Buddy’s in tijden van Corona

Schouder aan schouder verschijnen ze op mijn scherm voor een virtueel interview. Terwijl de rest van de mensheid op anderhalve meter afstand van elkaar moet blijven en worstelt met virtuele manieren van contact onderhouden, zit het buddykoppel Moniek Middeldorp en Ramez Mohammed glunderend naast elkaar.

Zeven weken voor de intelligente lockdown zagen ze elkaar voor het eerst op het matchingsdiner in Arnhem. Moniek (62 jaar) had getwijfeld of ze zich in zou schrijven bij Buddy to Buddy. ‘Ik heb moeite met grenzen stellen. Ik woon alweer een tijdje alleen en ben gesteld op mijn vrijheid. Uiteindelijk besloot ik om het wel te doen en het als les te zien om grenzen te léren stellen, indien nodig.

Ramez (27 jaar) komt uit Syrië en is sinds een jaar in Nederland. Hij vond het spannend om buddy te worden: ‘Ik was de weg kwijt naar het matchingsdiner en had geen mobiele data om het op te zoeken. Daarom kwam ik een beetje laat aan. Op een bordje zag ik de naam Moniek bij mijn naam staan. Dat was zij dus,’ vertelt hij met een brede lach.

Lockdown
‘Ik was bezig met de aankoop van een caravan in Noordwijkerhout,’ vertelt Moniek. ‘Ik zou daar een paar dagen in verblijven om hem te testen en schoon te maken. Door een licht reumatische aandoening heb ik bij bepaalde klussen hulp nodig en Ramez bood aan om me te helpen. Zo kwam het dat we kort na onze eerste ontmoeting samen kampeerden.

We hadden een teeveetje en keken naar de speech van Rutte. Ik probeerde in verschillende bewoordingen uit te leggen aan Ramez wat er gezegd werd om er zeker van te zijn dat hij het begreep. We realiseerden ons dat het contact moeilijk zou worden. Kijk, ik vertrouw het wel dat hij zich aan de regels houdt, maar in het AZC in Arnhem zitten driehonderd mensen dicht op elkaar. Al doet iedereen zijn best, de kans op besmetting is daar gewoon heel groot. Diezelfde avond bood ik hem aan om bij mij te komen logeren.’

Wat dacht Ramez toen? ‘Ik was zeer verblijd, ik vond het leuk.’ Moniek vraagt door en dan geeft hij toe dat hij het eerst ook raar vond. ‘In Syrië kun je niet zomaar bij een vrouw logeren. Ik heb wel een paar keer gevraagd of ze het ècht geen probleem vond. Het is bijzonder dat dit in Nederland kan. Mijn ideeën over vriendschap veranderen.’

Zo brengen ze al vier weken samen door. Ramez vertelt dat ze fietsen en wandelen en hij eet met Moniek veel gezonder dan hij gewend is. Veel vroeger ook. Als het zijn beurt is om te koken vraagt ze rond 6 uur: ‘Hee baas, gaat er nog wat gebeuren?’

Ramez studeert s’nachts uren achtereen en het KNM boek (Kennis van de Nederlandse Maatschappij voor het inburgeringsexamen) passen ze op ludieke wijze toe op hun dagelijkse bezigheden. ‘Als hij walnoten kraakt en ik ze uit elkaar peuter, dan zegt hij dat hij de baas is van een nieuwe onderneming en ik zijn werknemer. We hebben het dan over de CAO en dat hij zich in moet schrijven bij de KVK. Hij noemde het een VWR onderneming, Vereniging Walnoten Ramez,’ vertelt Moniek lachend.

‘Verder sprak hij de eerste twee weken nog in losse woorden. Toen heb ik gezegd dat ik pas reageer als hij een hele zin uitspreekt. Dat is best moeilijk! Maar het werkt wel.’ ‘Ja, mijn Nederlands gaat vooruit,’ voegt Ramez toe. ‘We kijken samen het journaal, ik leer van Moniek over de geschiedenis van Nederland en over de natuur.’ ‘En hij heeft mijn huis opgeschilderd. Eerst wist hij niet hoe dat moest, zeker niet toen we erachter kwamen dat sommige ramen erg slecht waren. Maar hij heeft instructiefilmpjes op youtube opgezocht en is gewoon aan de slag gegaan. Zo hebben we elkaar veel te bieden. Maar het leukste is dat we ontzettende lol hebben samen.’

‘Ze geeft me ook versiertips,’ vertelt Ramez. ‘Ja, alle onderwerpen komen langs als je een huis deelt. Ik heb hem uitgelegd wat emancipatie betekent en hem de tip te geven om dat woord te laten vallen als hij een leuke vrouw ontmoet. Verder moet hij niet onvermeld laten dat hij tandarts is,’ zegt Moniek terwijl ze trots opzij kijkt. ‘Weet je wat zo fijn is aan Ramez? Hij kan in dankbaarheid ontvangen zonder afgunst.’

Als ik refereer aan haar aanvankelijke angst om haar vrijheid te verliezen schatert ze het uit. ‘Ja, ik heb het tegenovergestelde gedaan, maar dat voelde heel vanzelfsprekend met hem. Gisteravond lag ik in bed en moest niezen. Mijn telefoon lichtte op met een appje van Ramez: ‘Gezondheid!’

Hij is zo’n aimabele jongen, ik zal hem missen als hij weer gaat.’