|

Het fietsgeluk aan zijn zijde

In Eritrea is wielrennen volkssport nummer één. Als je op topniveau fietst, dan ben je een held en zit je gebakken in het land waar de meeste mensen veel te lijden hebben onder het dictatoriale regime. Huruy Gebrhiwet (24) droomde best een beetje van zo’n carrière maar wist het ook te relativeren. Als hij al aan een fiets had kunnen komen dan zou hij op de onverharde wegen rond zijn geboortedorp niet ver gekomen zijn. Maar in Zutphen is alles anders.

Buddy to Buddy bracht Huruy zo’n drie jaar geleden in contact met Bas Steman, Ariane Greep en hun negentienjarige zoon Jip. Inmiddels beschouwt Huruy het gezin als zijn familie in Nederland. 

‘Jullie hebben zo veel voor mij gedaan, ik wil bedankt zeggen en het wordt tijd dat ik iets terug kan doen.’ De dankbaarheid zorgt even voor verlegenheid, die Bas wegwuift door te zeggen dat hij gewoon een toffe gozer is mét humor. Al snel daarna vliegen de fietsverhalen weer over tafel.

Als ik ze spreek gaan ze samen eten op de binnenplaats achter hun huis en geregeld zitten de heren samen op de fiets. Bas herinnert zich dat ze aan Huruy gekoppeld waren vanwege hun liefde voor het wielrennen. ‘Die heeft dus ervaring dachten wij, en we klommen zo snel mogelijk op de fiets. Tot je keihard op je bek ging.’ Ze lachen erom. ‘Ach, dat hoort erbij,’ merkt Jip droog op. ‘Ja, we begrepen toen wel dat het vooral een droom was, maar dat je nog niet zo heel vaak op zo’n fiets gezeten had. Fietsen in een groep moet je leren. Hoe neem je de bocht, wie vangt de wind, wat zijn de verkeersregels? Dat vraagt oefening, maar je had het snel in de vingers. Nu mag jij lekker op kop om mij uit de wind te houden,’ zegt Bas pesterig.

‘Wij hebben een fietsframe voor Huruy. Wie kan ons helpen aan de rest?’ postte hij op Facebook om Huruy te helpen aan een goede racefiets. Vanuit heel Nederland werden er wielen, tandwielen en wielerkleding opgestuurd. Bas en Jip waren bijna jaloers dat alles voor Huruy was, het waren de mooiste materialen. ‘Ik was zó blij,’ vertelt Huruy.

Sinds hij in Nederland is lijkt het fietsgeluk aan zijn zijde. In Schalkhaar waar hij woonde in het AZC, maakte hij zijn eerste wiebelige tocht en nu, drie en een half jaar later, lééft Huruy voor de fiets. Zijn fietsenmakersdiploma heeft hij op zak, hij zit in het tweede jaar van de opleiding fietstechniek én hij werkt vier dagen per week voor Zilt-bikes.

Bas vertelt trots dat Huruy onafhankelijk wil zijn en afgelopen jaar voor elkaar heeft gekregen dat hij betaald krijgt voor zijn werk.

Huruy vertelt daarover: ‘Ja ik was jong, had in Eritrea de basisschool gedaan, geen middelbare school en kwam alleen naar Nederland. Ik kreeg een uitkering, maar wist dat dit betaald werd door hardwerkende mensen. Dat voelde niet goed. Ik ben heel blij dat ik nu zelf mijn geld verdien.’

Zou een tweede Facebook-actie weer iets opleveren, vroegen Huruy’s buddies zich af toen bleek dat Huruy zijn fiets alweer was ontgroeid. Opnieuw een oproep. 

‘Wat er toen allemaal op gang kwam, is ongelooflijk’, vat Ariane de actie samen. ‘Iemand van de plaatselijke wielersportvereniging startte spontaan een Tikkie-actie en wist daarmee elfhonderd euro binnen te halen. Sensa bood Huruy voor het bedrag dat wijzelf aanvulden, een fiets van nóg meer waarde aan. Een gespecialiseerde fietsenmaker uit de buurt hielp op zijn beurt met het goed afstellen van de fiets.’

Huruy is in de wolken met zijn fiets. Als ze met zijn drieën fietsen gaan ze gemiddeld 30 kilometer per uur. Jip fietst wedstrijden en moet daarvoor dagelijks trainen. Huruy geniet uiteindelijk meer van recreatief fietsen in de natuur.

Bas vertelt dat het fietsen tijdens het eerste contact een obstakel weghaalde, er is altijd iets waarover je kunt praten. Maar uiteindelijk is Huruy ook gewoon een makkelijk en sociaal mens met zelfspot en gaat het contact helemaal vanzelf. 

Jip besefte door zijn vriendschap met Huruy dat hij mogelijkheden heeft die lang niet voor iedereen vanzelfsprekend zijn. Aan de andere kant heeft de familie met hun Facebook acties kunnen helpen om meer mogelijkheden te creëren voor Huruy. Uiteindelijk is het Huruy zelf die de kansen met beide handen aanpakt.

Zijn ouders in Eritrea weten niet zo veel over zijn leven hier. Het is moeilijk contact maken met de andere kant van de wereld. Dat hij fietst weten ze wel en daar zijn ze trots op. Maar al te veel details vertelt hij zijn moeder maar niet. ‘Ze zou er maar ongerust van worden.’